Ik beluister Bach. Motets. Ze begeleiden mij op mijn pelgrimage in woorden. Zoals ik ze nu beschrijf. Onlangs leende ik 'Pelgrimage' van Annie Leibovitz uit de bibliotheek. Ik ontdekte het leven van Eleanor Roosevelt, vrouw van. Wat een openbaring op zich was. De krijtjes en het licht versleten laken van Georgia O'Keeffe. (Vorige week kon ik een prachtig boek inkijken over de huizen waarin ze woonde.) Specimen van Darwin, de jurk van Dickinson, het raam waarvoor Virgina Woolf schreef... Het boek liet me onwennig zoeken naar beelden die bij woorden hoorden, of misschien ook niet.
Ik heb zo mijn eigen manier om op cultuurbedevaart te gaan. Noem mij op dit moment een passieve genieter. Eén van mijn oorden is de bibliotheek. Al moet ik toegeven dat ik na al die jaren vaak moeilijk vind wat ik echt wil lezen en ontdekkingen nog zelden gebeuren. Een andere is de televisie. Jawel. Sinds we digitaal gaan, bewaar ik culturele producties. Dat is haalbaar, het blijft een zeldzaam verschijnsel. En op een moment dat niets anders lijkt te lukken, ga ik onderuit in de zetel. Ik voorzie een warme drank, iets zoets. Zo gleden afgelopen dagen uren voorbij met Erwin Wurm, architecten Robbrecht en Daem en Alain Platel. Dan komt er verlichting. Uit het niets. En Bach hoort daarbij.
*De titel van dit bericht verwijst naar een dansproductie van Alain Platel en Les Ballets C de la B.